De ouderen onder ons hebben altijd nog een complex van het Duitse voetbal. Velen van hen zullen nooit de WK finale van 1974 vergeten. Om geen oude wonden te openen, zullen we de uitslag daarom niet vermelden. Duitsland is het voetballand bij uitstek: ze stond totaal 14 keer in een EK- of WK-finale en werd zes maal Europees en vier maal wereldkampioen.

Toch is het niet altijd hosanna in Duitsland als het om voetbal gaat. In 1900 werd de Duitse voetbalbond opgericht, de Deutscher FußballBund (DFB). Erg professioneel ging het er nog niet aan toe; er was een gebrek aan geld om daadwerkelijk interlands op touw te zetten. Zo kon het gebeuren dat de eerste officiële interland pas in april 1908 plaatsvond.

Het WK of EK bestonden in die tijd nog niet, wel was er het Olympische voetbaltoernooi. Die Mannschaft was voor het eerst op de Zomerspelen present in 1912, maar in het Zweedse Stockholm was de Olympische droom na het duel tegen Oostenrijk al over: 1-5. In 1916 waren de Zomerspelen gepland in Berlijn. Tot een thuisoptreden kwam het niet voor het Duitse elftal vanwege de Eerste Wereldoorlog werden de Spelen geschrapt.
Na de oorlog hadden maar weinig landen trek in een ontmoeting met Duitsland en toen ze eindelijk weer mee mochten doen in 1930 op het WK, was het argument om niet te gaan wel een heel bijzondere: ze vonden Uruguay veel te ver weg.

Na de Tweede Wereldoorlog duurde het tot 1954 voordat ze weer serieus aan de bak kon. En toen was het meteen raak, want op de WK in Zwitserland realiseerden ze het wonder van Bern door in de finale na een 2-0 achterstand het onverslaanbare geachte Hongarije met 3-2 te verslaan. Bij de DSV heeft waarschijnlijk alleen Ernst Waanders nog herinneringen aan de sterspeler van die tijd: Feren Puskás.

De zegereeks van de Duitsers duurde en duurde maar voort, maar er is nu een kentering opgetreden. Ze winnen vrijwel geen interland meer en de DFB overweegt nu een thuiswedstrijd tegen Gibraltar te organiseren om ze het broodnodige vertrouwen te geven voor het komend EK dat in Duitsland gespeeld wordt. Het dieptepunt was de nederlaag in de thuiswedstrijd tegen Turkije met 2-3. Van een thuiswedstrijd was overigens nauwelijks sprake gezien het grote aantal uitsupporters op de tribune.

Ook de Bundesliga is geen topcompetitie meer. Deze week werden de achtste finales gespeeld in de beker en er zijn er maar liefst 5 niet-Bundesliga clubs doorgedrongen tot de kwartfinale. Onder hen – voor de ouderen – bekende namen als St Pauli, KeizersLautern en Hertha BSC. Het is alsof in Nederland Quick Boys, Spakenburg, HHC Hardenberg en Katwijk de kwartfinale halen. De genoemde clubs zitten overigens nog in het bekertoernooi en gelet op de prestaties van Ajax, de snelst stijgende club in Europa dit moment, is het echt niet onmogelijk dat zij de kwartfinale halen. Dat zal vast niet gebeuren, want bij ons “ist weniger los als in Deutschland”.