Op 30 september begroette de DSV voor het eerst -na de coronastop- een gast-spreker. Jaap Uilenberg uit Enschede beet dit seizoen de spits af. Hij is oud-scheidsrechter betaald voetbal en tegenwoordig nog lid van de scheidsrechters-ontwikkelgroep van de UEFA. Hij heeft na zijn 15 jaar als actief scheidsrechter gewerkt als hoofd scheidsrechterszaken betaald voetbal in Nederland, nationaal en internationaal coach, scheidsrechters-waarnemer bij internationale wedstrijden en lid van de scheidsrechtercommissie van de UEFA. Ook verzorgt hij -tot op heden- in Turkije cursussen voor scheidsrechters betaald voetbal. Met veel voorbeelden in verhalen, ondersteund met beelden, boeide hij de aanwezige DSV’ers en enkele gasten.
Uit de vele verhalen enkele ‘highlights’:
- Leer als scheidsrechter omgaan met teleurstellingen. Je kunt niet alles goed doen, maar streef er naar het zo goed mogelijk te doen. Train je lichaam, houd spelregelkennis bij, leef gezond.
- In een wedstrijd moet je er vanaf minuut 1 staan. De scheidsrechter bepaalt de grenzen van het spel. Als je de kans krijgt … zet dan de lijn neer, geef duidelijk aan wat wel/niet kan/mag. Wees daarin consequent. (Met een voorbeeld uit Kill the Re-feree (verhaal en beeld) maakte hij duidelijk hoe een verkeerde beslissing door kan werken)
- Stop als je niet meer voldoende gemotiveerd bent. (Jaap heeft succesvol gestreden tegen de leeftijdsgrens in het betaald voetbal; hij mocht door … maar bemerkte enkele jaren later dat hij niet meer optimaal kon/wilde functioneren en heeft zijn stelling zelf in praktijk gebracht). Ook al is ‘fluiten’ een fantastische hobby, het is mensen-werk … met alles wat daarbij hoort een vreugde en teleurstelling. Leer daar mee om te gaan. gaan.
- De VAR moet zich niet bemoeien met wat een scheidsrechter zelf kan waarnemen en weloverwogen -op feiten gebaseerd- adviseren. De scheidsrechter is (en blijft) de eindverantwoordelijke.
Het was al ver na 22.30 dat voorzitter Peter Stolk, Jaap bedankte en met de nodige attenties naar Enschede liet vertrekken.
Schrijver: Han Marsman
Foto’s: Peter Stolk