Op 21 november wist Ron Veenendaal de weg uit het Zeister bos naar de Keurkamp te vinden. Hij is al meer dan 25 jaar in dienst van de KNVB en vervult op dit moment de functie van ‘hoofd veiligheidszaken amateurvoetbal’. Ook al komen er soms heel vervelende situaties op zijn bureau, zijn uitgangspunt blijft dat het doel van zijn werk is een bijdrage te leveren aan het voetbalplezier.

Zijn presentatie bracht hij op een interactieve wijze door vragen te stellen, reacties op te roepen, en discussies niet uit de weg te gaan.

Veiligheid en beleid KNVB

Willen wij (KNVB, verenigingen, spelers, scheidsrechters, publiek …) ‘tob-clubs’ daadwerkelijk stoppen dan moet een ieder die agressie op/rond het voetbalveld tegen komt zich bewust zijn van wat hij/zij ziet/hoort. Niet wegkijken, maar zo nodig ingrijpen en vooral melden aan de KNVB. Alleen dan in kaart gebracht worden wat er aan de hand is en kan er actie worden genomen (van voorlichting tot aan ontzetting van het lidmaatschap).

Voor een integrale aanpak moeten alle actoren (bestuurders, scheidsrechters, spelers en tuchtorganen) op elkaar afgestemd zijn, moet er -zo nodig- doorgepakt worden en moeten verenigingen/spelers/teams zich bewust zijn/worden van hun probleem.

Geweld op/rond het veld is van alle tijden, maar deze constatering betekent niet dat je  er niets aan kunt doen. Al zijn er wekelijks 30.000 wedstrijden op de Nederlandse velden elke molestatie, elke bedreiging, elke vuistslag of doodschop is er één te veel.

De KNVB werkt volgens onderstaand schema:

 

Ongeveer 125 van de 3000 verenigingen worden als een risico beschouwd. Via het bijhouden van een puntensysteem (meldingen door tegenstanders, scheidsrechters, rapporteurs, waarnemers, tuchtcolleges e.a.) komen zijn in beeld. Als de hoogte van het aantal punten kritisch wordt, gaan (op districtsniveau) verenigingsondersteuners in gesprek met een vereniging en worden afspraken gemaakt om aan de problematiek te werken (voorlichting aan trainers/spelers, begeleiding aan ouders en ….). Werkt deze overeenkomst en vermindert de agressie … dan is het risico verkleint. Zo niet dan komt de volgende fase in beeld: gericht sturen en een uitvoeringscontract op stellen (in deze fase neemt de KNVB ook contact op met de gemeente waar deze risicovereniging vandaan komt – mogelijk zijn er ook externe hulpbronnen in te schakelen- de problematiek komt nooit zomaar uit de lucht vallen). Deze fase duurt meestal 3 maanden. Op dit moment worden landelijk 25 verenigingen op deze wijze aangestuurd. Mocht dit niet werken volgt de fase van sancties, Het dossier, waarin meldingen, plannen van aanpak en het contract zijn opgenomen, wordt aan een tuchtorgaan voorgelegd. Deze komt tot een uitspraak, waarbij de zwaarste  is dat de vereniging het lidmaatschap van de KNVB ontnomen wordt. Ook deze fase duurt een maand of 3. Voor 2 verenigingen wordt vermoedelijk nog dit jaar tot deze verregaande stap overgegaan. Pas als deze maatregel is toegepast (alle teams zijn dan al weken niet aan de bak geweest) kunnen de spelers (voor zover niet persoonlijk bestraft) overschrijving naar een andere vereniging aanvragen.

In het seizoen 2019/20 zijn tot nu toe 500 meldingen bij de KNVB binnen gekomen. Op 300.000 wedstrijden lijkt dit een te verwaarlozen aantal, maar -zoals eerder opgemerkt- het zijn er 500 te veel. Waarden en normen horen bij het voetbal. Zonder respect (voor jezelf, voor een medespeler, een tegenspeler en de scheidsrechter) is er geen voetbal. Voetbal is een spelsport … geen oorlog!

Rond de klok van 22.40 uur bedankte voorzitter Peter Stolk Ron voor zijn inbreng.

 

foto’s en tekst:  Han Marsman