Er duiken de laatste tijd regelmatig berichten op die (oud-)profvoetballers koppelen aan criminaliteit.
Dit gebeurt nu te vaak om van een uitzondering te spreken, zeker gelet op het relatief geringe aantal ex-profs op de gehele bevolking.
Daarnaast geven veel profvoetballers geld uit als water. Een bekende statistiek is dat 60 procent van de voetballers uit de Engelse premier League binnen vijf jaar na hun carrière failliet is. Dat geldt niet alleen voor voetballers, want in de Amerikaanse NBA ligt dit percentage ongeveer gelijk. Wielrenners moeten echter veel harder werken voor hun inkomen en lijken het meer op waarde te schatten, aldus een insider van DSM. Daar gaat het de sprinters, klimmers en knechten na hun wielercarrière voor de wind.

Dan is natuurlijk de vraag: Wat zit hierachter?
Rijkere families voeden hun kinderen vaak op zonder ze te verwennen. Die kinderen zien wel de luxe waarin hun ouders leven, maar ze krijgen bij wijze van spreken gewoon zakgeld. Ze worden wel geholpen met aankoop van een huis (wat een enorme voorsprong geeft), maar anderzijds moeten ze wel werken om van te leven.

Voetballers groeien veelal op in een financieel moeilijke omgeving, soms zelfs zonder zakgeld en of voldoende eten. Als ze op jonge leeftijd de top halen, breken ze vaak in no time door en hebben ze ineens een enorm salaris.
In het eerste van Ajax verdien je al snel twee miljoen, iets waar een normale werknemer zijn hele leven voor moet werken (45 jaar 50.000 euro verdienen is 2,25 miljoen, even los van regelingen, rentes, etc.) Doordat die spelers in een keer over zoveel geld beschikken, moeten er kennelijk uitgaven worden ingehaald. Eljero Elia (Feyenoord) had in 2016 zelfs zo’n dure auto gekocht dat geen verzekeringsmaatschappij was die de auto durfde te verzekeren.

Dat potverteren gaat maar enkele jaren goed en daarna worden de salarissen rap minder (Cilessen naar NEC) om vervolgens na zijn carrière verder terug te vallen. Gelukkig kent Nederland nog de ‘zeg maar VUT-regeling’ voor voetballers die ervoor zorgt dat ze tijdens hun carrière substantieel moeten sparen, waardoor er na die tijd jaarlijks een aanvulling is op het vaak ‘karige’ salaris dat hen rest. Dat komt ook doordat ze zich op jonge leeftijd al volledig richtten op voetbal en daardoor verder op school niet echt een vak hebben geleerd.

Door hun dure levensstijl trekken de profvoetballers vaak ook de verkeerde ‘vrienden’ aan … dat zijn vooral mensen die van hen willen profiteren. En hun zaakwaarnemers zijn vaak enkel gebaat bij de provisie die transfers en salarisverhoging opleveren.

In deel 2 volgen vele voorbeelden waar het mis ging en onze theorie waarom criminaliteit vat krijgt op ex-profvoetballers. Dit eerste deel eindigen we echter met zakelijk gezien goede voorbeelden: Ryan Babel en Marc Overmars bouwden individueel een onroerend goed-imperium op van hun verdiende voetbalgeld. Of dat maatschappelijk gezien gewenst is, is een geheel andere vraag net als individueel gedrag maar beide heren hebben in ieder geval niet hun geld verbrast.