Het songfestival is een (te) lange zit waar vele valse noten worden gekraakt. Wij kijken alleen maar als het bijna is afgelopen: je ziet dan tien seconden van ieder nummer en daarbij vielen Oostenrijk, Italië en Frankrijk in positieve zin op.
Veel interessanter is de puntenverdeling: zowel van de vakjury als die van het publiek. Van de vakjury’s (de echte kenners) verwacht je ongeveer dezelfde uitslagen per land, maar dat was niet het geval. Je weet sinds mensenheugenis van tevoren dat Cyprus 12 punten aan Griekenland geeft en San Marino alles gunt aan grote broer Italië van Farioli. Zelfs als je dat meeweegt, waren de verschillen per land groter dan de verschillen van inzicht binnen onze regering. Alleen over IJsland waren ze het roerend eens: nul punten. Onze regering is het ook ergens over eens: namelijk dat ze het nergens over eens zijn; dat moge inmiddels duidelijk zijn.
Oostenrijk stond na de scores van de vakjury bovenaan, gevolgd door Zwitserland, terwijl Israël zich in de grauwe middenmoot bevond. Nou bevindt Israël zich momenteel wel op meer plekken waar het zich niet hoort te bevinden, maar dat even terzijde.
Vervolgens kwamen de scores van de publieksjury: de stem, maar toch vooral ook het sentiment van het volk. Israël kreeg hier de meeste publiekspunten en behaalde voor de zoveelste keer de maximale punten in ons land. Het zou maar zo kunnen zijn dat veel mensen niet meer hardop durven te zeggen dat ze sympathie voor Israël hebben en het daarom op deze anonieme manier geuit hebben.
We durven met z’n allen wel hardop negatief over Ajax te zingen: soms is het zelfs belangrijker dat Ajax verliest dan dat de eigen club wint. Ajax is buiten Amsterdam net Zwitserland op het songfestival: de Zwitsers stonden ook tweede op de ranglijst, maar kregen van het publiek buiten de hoofdstad nul punten. Het verlangt terug naar de tijd dat FC Amsterdam ook nog eredivisie speelde: dan had Ajax dit jaar met 1 punt meer wel kampioen geweest.